-
1 drukken
1 [duwen] appuyer (sur)2 [als iets zwaars liggen op] peser (sur)3 [kakken] faire caca♦voorbeelden:1 tegen iets drukken • (s')appuyer contre qc.II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [iets in een toestand, ergens brengen] presser3 [een last zijn voor] opprimer4 [drukwezen] imprimer5 [d.m.v. een stempel aanbrengen] apposer6 [knellen] serrer♦voorbeelden:1 iemand de hand drukken • serrer la main à qn.〈 sport en spel〉 iemand van de baan drukken • tasser qn.een motie erdoor drukken • réussir à faire passer une motioniemand geld in de hand drukken • glisser de l'argent dans la main de qn.een kurk op een fles drukken • boucher une bouteillede lippen op elkaar drukken • serrer les lèvresiemand een kus op de lippen drukken • déposer un baiser sur les lèvres de qn.zware onkosten drukten ons • nous étions écrasés sous les chargesIII 〈wederkerend werkwoord; zich drukken〉1 [zich aan iets onttrekken] tirer au flanc -
2 drukken
♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 [omlaag brengen] push down4 [drukwezen] print♦voorbeelden:1 iemand de hand drukken • shake someone's hand, shake hands with someoneiemand geld in de hand drukken • press money into someone's handin elkaar drukken • press/crush togetheriemand tegen de muur drukken • pin someone against the walliemand tegen zich aan drukken • hold someone close (to oneself)3 de lonen/prijzen/kosten/onkosten drukken • keep down wages/prices/costs/expenses4 10.000 exemplaren drukken • print/run off 10,000 copies(niet) geschikt om gedrukt te worden • (un)printableliegen of het gedrukt staat • lie through one's teeth♦voorbeelden:1 iemand die zich drukt • dodger, shirker -
3 stempel
I 〈de〉1 [werktuig waarmee men drukt/perst] stamp2 [werktuig om een afdruk te maken] seal3 [plantkunde] stigma♦voorbeelden:♦voorbeelden:een stempel zetten • put on a stamphet stempel van echtheid dragen • bear the hallmark of authenticitydat drukt een stempel op je • that leaves its mark on you -
4 stempel
I 〈de〉♦voorbeelden:een werk dat het stempel van genialiteit draagt • un ouvrage qui porte le sceau du génieiemands stempel dragen • porter la griffe de qn.zijn stempel op iemand drukken • marquer qn. de son empreinteiemand het stempel opdrukken van • étiqueter qn. commeeen stempel zetten • tamponneriemand van de oude stempel • qn. de la vieille école -
5 den Geschehnissen einen Stempel aufdrücken
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > den Geschehnissen einen Stempel aufdrücken
-
6 iemand een kus op de lippen drukken
iemand een kus op de lippen drukkendéposer un baiser sur les lèvres de qn.Deens-Russisch woordenboek > iemand een kus op de lippen drukken
-
7 prägen
-
8 marquer
marquer [maarkee]1 markant zijn ⇒ markeren, indruk maken♦voorbeelden:1 événements qui marquent • bijzondere, belangrijke gebeurtenissenil marque plus que son âge • hij ziet er ouder uit dan hij isII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 markeren ⇒ aanduiden, aangeven, aanwijzen, merken3 blijk geven van ⇒ doen uitkomen, tonen4 een stempel drukken op ⇒ indruk maken op, tekenen, kenmerken♦voorbeelden:1 marquer d' une croix • een kruisje zetten bij, opmarquer d' une étiquette • een etiket plakken opmarquer d' un numéro • nummerenêtre marqué au coin de • getuigen vanv1) markant zijn, indruk maken (op)3) eruitzien5) markeren, aanwijzen6) noteren8) brandmerken9) scoren10) dekken [sport] -
9 cataloguer
cataloguer [kaataalogee]〈 werkwoord〉2 classificeren ⇒ in een rubriek onderbrengen, een stempel drukken op♦voorbeelden:v -
10 bestempelen
2 [een stempel drukken op] stamp♦voorbeelden:1 iets/iemand bestempelen met de naam van • label something/someone ashet boek wordt als provocerend bestempeld • the book was labelled provocative -
11 stempeln
-
12 aufdrücken
aufdrücken1 openen, opendoen 〈 door op een knop te drukken〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:〈formeel; figuurlijk〉 den Geschehnissen einen Stempel aufdrücken • een stempel op de gebeurtenissen drukken -
13 opdrukken
1 [door middel van een stempel aanbrengen] (im)print on(to) ⇒ impress on(to), stamp on(to) 〈 met stempel〉♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 zij kregen al snel het stempel van herrieschopper opgedrukt • they were soon branded hooligans -
14 empreinte
empreinte [ãprẽt]〈v.〉♦voorbeelden:porter l'empreinte de qc. • het stempel van iets dragenposer son empreinte sur • zijn stempel drukken opprendre l'empreinte de qc. • een afdruk maken van ietsfafdruk, spoor, stempel -
15 stamp
n. postzegel; stempel; soort--------v. stampen, trappen, uitroeien; onderdrukken; stempelen, persen, waarmerkenstamp1[ stæmp] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 zegel ⇒ postzegel, waarmerk♦voorbeelden:leave one's stamp on • zijn stempel drukken op————————stamp2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 stempelen ⇒ persen, waarmerken♦voorbeelden: -
16 marque
marque [maark]〈v.〉1 merkteken ⇒ (ken)teken, (ken)merk, stempel2 bewijs ⇒ blijk, teken3 (waar)merk ⇒ (keur)merk, handelsmerk5 prent ⇒ spoor, afdruk♦voorbeelden:marques distinctives • kenmerken, merktekenen〈 figuurlijk〉 de marque • belangrijk, vooraanstaand, prominentmarque de fabrique • fabrieksmerkmarque déposée • gedeponeerd handelsmerkf1) merkteken, kenteken2) bewijs3) waarmerk4) brandmerk5) litteken6) vlek7) spoor, afdruk8) score [sport]9) startlijn [sport] -
17 marqué
marque [maark]〈v.〉1 merkteken ⇒ (ken)teken, (ken)merk, stempel2 bewijs ⇒ blijk, teken3 (waar)merk ⇒ (keur)merk, handelsmerk5 prent ⇒ spoor, afdruk♦voorbeelden:marques distinctives • kenmerken, merktekenen〈 figuurlijk〉 de marque • belangrijk, vooraanstaand, prominentmarque de fabrique • fabrieksmerkmarque déposée • gedeponeerd handelsmerkadj1) gemerkt2) gemarkeerd, getekend3) duidelijk4) gebrandmerkt -
18 impression
-
19 mark
n. Mark (voornaam)mark1[ ma:k] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 peil ⇒ niveau, standaard8 belang9 aandacht♦voorbeelden:leave one's mark on • zijn stempel drukken opmake one's mark • zich onderscheiden4 above/below the mark • boven/beneden peilI don't feel quite up to the mark • ik voel me niet helemaal fit/in ordeon your marks, get set, go! • op uw plaatsen! klaar? af!beside/off the mark • ernaastoverstep the mark • over de schreef gaan————————mark21 vlekken (maken/krijgen)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 merken ⇒ tekenen, onderscheiden; aanduiden♦voorbeelden:1 his birth marks the beginning of a new era • zijn geboorte luidt het begin van een nieuw tijdperk inmark the occasion • de gelegenheid luister bijzettenmarked for life • voor het leven getekend -
20 opdrukken
2 [in een richting drukken] pousser (vers le haut)♦voorbeelden:
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Weib — (s. ⇨ Frau). 1. A jüng Weib is wie a schön Vögele, was män muss halten in Steigele (Vogelbauer). (Jüd. deutsch. Warschau.) 2. A schämedig (schamhaftes) Weib is güt zü schlugen. (Warschau.) – Blass, 11. Weil es, um keinen Scandal zu machen, den… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon